Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Dies

betekenis & definitie

Dies (Lat.), bet. dag, b.v. in dies ater, zwarte d. i. ongeluksdag; d. Dominica, de Zondag, dag des Heeren; d. faustus, geluksdag; d. irae, dag des toorns, de beginwoorden van een R. K. kerkzang op het laatste oordeel uit de 13de eeuw van een onbekend dichter; d. sancti, de dagen tijdens het vasten, in ’t bijzonder de week vóór Paschen; dies diem docet, de eene dag leert den anderen, d.i. door ondervinding wordt men wijs. Het woord d. is mnl., doch vrl. in de bet. van termijn.

< >