Schaaf

betekenis & definitie

Schaaf - bekend werktuig voor houtbewerkers, in zijn eenvoudigsten vorm bestaande uit een houten blok met opening, waardoor een schuinstaande beitel is geplaatst, die iets onder den onderkant van het blok uitsteekt en daardoor bij beweging in de goede richting houtkrullen afschaaft. Al naar de grootte onderscheidt men hierin blokschaven, voorloopers en rijschaven ; de laatste zijn van 65—96 c.M. lang en dienen voor lang hout. Bijzondere vormen zijn profielschaven, ploegschaven voor het maken van sponning en groef, boorschaven waarvan het blok smal en hoog is, ronde schaven met ronden beitel, enz.