Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Scepticisme

betekenis & definitie

Scepticisme - (beter : Skept.) is die wijsgeerige denkwijze, die aan de waarheid en zekerheid van het menschelijk kennen twijfelt en vooral ten aanzien der groote, ethische en religieuse levensvragen een beslissend oordeel afwijst en zich tot een beschouwen (Gr. skepsis), een overwegen van de gronden voor en tegen, bepaalt. Het sk. is meestal partieel of gematigd. Een radikaal of absoluut sk. zou als leer zichzelf opheffen. Met sk. aangaande ons theoretisch kennen kan (zooals bij P. D. Huet) religiositeit en mysticisme verbonden zijn.

Het sk. staat in de filosofie tegenover het dogmatisme, dat een onbepaald vertrouwen heeft in ons kenvermogen en het kriticisme, dat de grenzen onzer Rede onderzoekt en haar uitspraken binnen deze grenzen rechtvaardigt. Reeds bij de oudere Gr. denkers, vooral bij de Sofisten, vindt men min of meer sk. uitspraken. Maar eerst na Aristoteles trad het s. in bewuste tegenstelling tot het dogmatisme. Het ontwikkelde zich in drie fasen:

I. Pyrrho en Timon, II. Arkesilaus en Karneades (in de akademie ± 250 tot 150 v. C.) en III. de artsen-school van Sextus Empiricus 200 n. C.). De Middeleeuwen staan op dogmatisch standpunt. Na een lange pauze werd het s. hernieuwd door Montaigne (16de eeuw). Beroemde skeptici zijn later Bayle en Hume. Men zie de artikels over alle genoemde denkers, en vgl. Saisset, le Sc.

; Brochard, les Sceptiques Grecs (1887); Raoul Richter, der S. in der Phil. (2 dln. 1908).

< >