Repton (Humphrey), 1752—1818, beroemd Engelsch tuinarchitect, tevens bouwkundige. Hij bracht de landschappelijke tuinkunst, die onder de volgelingen van Louncelot Browne ontaard was, tot nieuwe ontwikkeling, eensdeels door studie van het landschap, anderdeels door verband te brengen tusschen gebouw en omgeving. De resultaten van die studie vormen den grondslag van zijn in 1803 verschenen standaardwerk Observations on the theory and practice of Landscapegardening, including some remarks on Grecian and Gothic architecture.
Rondom monumentale gebouwen werd door hem de regelmatige tuinstijl weder toegepast. Nieuwe gebouwen temidden van een landschap voerde hij in landschappelijken (schilderachtigen) stijl uit. Zoodoende zijn wij aan hem het Engelsche landhuis (cottage) verschuldigd.