Wat is de betekenis van ontaard?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontaard

bn. (-er, -st), zijn goede of ware aard verloren hebbend, verbasterd, gedegenereerd; slecht, bedorven: ontaarde zonen; ontaarde kunst.

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

ontaard

(1939) (inf.) (ter intensivering) erg; in hoge mate. • Had Kees het nog niet teugen haar gezeid, voor datte ze naar de kerk gonge, dat ie eigenlijk een ontaarde hekel aan dat ding had en dat het al de stichting van den dienst, die hij nog onder deuze dominé mog hebbe, hou en dat was al niet veul, nog weg zou neme. (De standaard, 07/10/1...

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontaard

ontaard - Bijvoeglijk naamwoord 1. zijn ware aard verloren hebbend (en als zodanig afkeurenswaardig) De nazi's beschouwden moderne kunst van o.a. w:Paul Klee|Paul Klee als ontaard ontaard - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontaarden ...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ontaard

ontaard - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ont-aard 1. wie of wat zijn goede aard verloren heeft ♢ je bent een ontaarde moeder als je je kind niet genoeg te eten geeft Bijvoeglijk naamwoord: ont-aard de/het ontaarde...

2025-07-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ontaard

agteruitgaan; versleg; agteruitgegaan, sleg.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ontaard

adj., ûntaerde.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontaard

bn. (verdorven): een ontaarde vader.