Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Reinald

betekenis & definitie

Reinald - Naam van graven en hertogen van Gelre. Genoemd moeten worden:

R. I, die in 1271 zijn vader Otto II in ’t bestuur opvolgde. Hij was niet in staat het overwicht, dat Gelre onder zijn vader had gekregen, te handhaven. Aanspraak makende op het hert. Limburg, moest hij dit opgeven na de nederlaag, welke hij leed tegen Jan I van Brabant bij Woeronc (1288). In 1291 weigerde hij den titel van Roomschkoning. Steun verleenende aan Frederik van Oostenrijk, verhief deze hem in 1317 tot rijksvorst. Kort daarna geraakte hij in strijd met zijn zoon R., die hem in 1318 op 't slot Montfort gevangen zette, waar hij in 1326 stierf.
R. II had de regeering reeds sedert 1318, na de gevangenname van zijn vader R. I, in handen. In 1326, na diens dood, werd hij graaf van Gelre. Hij wist op den bisschop van Munster Bredevoort, Aalten en Winterswijk te veroveren (1326). Ook tegen Brabant wist hij zich te handhaven; wel moest hij in 1334 Heusden afstaan, maar hij kreeg Tiel en Herwaarden. Nauw sloot hij zich aan bij Engeland en streed mede in den veldtocht tegen de Franschen. In 1339 werd hij door keizer Lodewijk verheven tot hertog. Hij stierf in 1343.
R. III volgde in 1343 zijn vader R. II op, maar stond wegens minderjarigheid onder voogdij van een landraad. Tijdens zijn bestuur begonnen de binnenl. twisten in Gelre uit te breken, waarbij R. de partij der Heeckerens begunstigde, waardoor hij in strijd geraakte met zijn broer Eduard, die de partij der Bronkhorsten steunde. Hij werd verslagen en gevangen genomen bij Tiel (1361), waarna hij zijn leven verder moest doorbrengen op het kasteel Nijenbeek (de dikke hertog). Hij stierf in 1381. Met hem stierf ’t regeerend geslacht uit.
R. IV, broer van Willem van Gulik, wien hij in 1402 in diens landsch. Gulik en Gelre opvolgde. Hij voerde oorlog met Kleef, waaraan hij de Lijmers moest afstaan (1406), en met Holland, dat hij Gorkum moest overlaten (1412). Tengevolge van deze oorlogen was de financ. toestand van ’t hertogdom steeds slechter geworden en tenslotte moest de hertog er in berusten, dat adel en steden medezeggingschap kregen in bestuursaangelegenheden. Hij stierf in 1423, midden in een oorlog tegen Utrecht.