Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brabant

betekenis & definitie

Brabant - provincie van het Koninklijk België, 3300 K. M2. groot, 1.523.000 inw.. Zij vormt het middelste gedeelte van het Belgische heuvelland: een golvend landschap, vruchtbaar en dichtbevolkt; door de dalen der Geete, der Dijle en der Senne doorsneden. Voor het grootste gedeelte is het bouw- en tuinland. Ook bosschen (Forêt de Soigne) ontbreken niet. De taalgrens tusschen het Vlaamsche en Fransche (resp.

Waalsche) gebied gaat er midden door. Hoofdstad is Brussel. — Het oude graafschap B. kwam door het huwelijk van Gerberge, de zuster van Otto den Groote aan Hertog Giselbert van Lotharingen. Later kwam het, eveneens door huwelijk, aan de graven van Leuven. Keizer Hendrik V benoemde graaf Godfried van Brabant en Leuven tot Hertog van Neder-Lotharingen. Na den Grimberghschen oorlog noemde graaf Hendrik I (± 1190) zich Hertog van B. Ten gevolge van den slag bij Woeringen (1288) verkreeg hertog Jan I ook Limburg. Al vroeg kregen de bewoners van B. belangrijke privileges, zooals de Vlaamsche en Waalsche Charters, het Charter van Cortemberg, den Gouden Bul (1349), waarbij B. vrije rechtsmarkt en ondeelbaarheid verkreeg, en vooral de door Jan III verleende „Blijde Inkomst”. Ook B. had veel te lijden van de sociale twisten der middeleeuwen. In 1355 stierf met Jan III het Leuvensche Huis in mannelijke linie uit; hij werd opgevolgd door zijn dochter Johanna, die met Wenzel van Luxemburg getrouwd was.

Na haar dood (1406) volgde Anton van Bourgondië, de tweede zoon van Filips den Stouten, op en in 1430 kwam B. aan Filips den Goeden, die tevens Heer der overige Zuidelijke Nederlanden en van Holland en Zeeland was of werd. Nu werd B. door zijn centrale ligging kernland van den Bourgondisch-Nederlandschen Staat, die met Filips den Schoonen aan het Oostenrijksche Huis kwam. — Ook B. had ruim zijn deel aan de ellenden van den Tachtigjarigen Oorlog; in 1676 sloot het zich bij de Pacificatie van Gent en in 1577 bij de Unie van Brussel aan. Na den aanslag van Don Juan op Namen, koos het den Prins van Oranje tot Ruwaard. Toen met het optreden van Parma en na het sluiten van de Unie van Atrecht, de Spaansche macht weer krachtiger werd, werd B. weer langzamerhand aan Spanje onderworpen. Na den val van Antwerpen (1585) was het bijna geheel weer Spaansch. Het Noordelijk deel, de tegenwoordige Nederlandsche provincie Noord-Brabant, werd in het tweede deel van den Tachtigjarigen Oorlog door Frederik Hendrik veroverd (1629 ’s-Hertogenbosch, 1637 Breda) en als Generaliteitsland bij de Republiek der Vereenigde Nederlanden gevoegd. (Zie NOORD-BRABANT). Het Zuidelijke deel nam verder aan de lotgevallen der Zuidelijke Nederlanden deel. In 1815 werd het in de provincies Zuid-Brabant en Antwerpen gesplitst.