Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gelre

betekenis & definitie

Gelre - (of Geldern), naam van een stad en graafsch. gelegen in ’t teg. Rijnland aan de Niers, dat voor ’t eerst genoemd wordt in ’t midden der 11e eeuw, en waarover omstreeks 1041 —1067 een zekere Gerhard II, zoon van Gerard van Wassenberg, regeerde, wiens zoon, ook Gerhard geheeten, met Irmengard, dochter en erfgename van den graaf van Zutfen, huwde, zoodat deze beide graafsch. in ’t begin der 12e eeuw met elkaar vereenigd werden. Gerhard II en zijn opvolgers bezaten ook goederen in ’t land van Maas en Waal. Op ’t toppunt van macht stond het gr. onder Otto II (1229—1271), die zijn invloed liet gelden in de bisdommen Luik en Utrecht en die de verkiezing van zijn neef Willem II van Holland tot Roomsch Koning wist te bewerken.

Van dezen verkreeg hij de stad Nijmegen en den tol bij Lobith, zoodat hij nu den Rijnhandel beheerschte. Door ’t verbond van Walsburg (1248), waarbij Gelre, Brabant, Luik en Loon zich aaneensloten, had Otto II de hegemonie in de landen aan den Beneden-Rijn. Herhaaldelijk treedt hij op als scheidsrechter in de steden Luik en Keulen. Tijdens de minderjarigheid van Floris V van Holland oefende hij de voogdij uit in dit graafschap (1259—1264) en tijdens die van den hertog van Brabant in dit hertogdom (1261—1267). Met zijn dood eindigde de beteekenis van Gelre. Reinald 1(1271—1317), zijn zoon en opvolger, was niet in staat deze macht te handhaven. In strijd geraakt met Jan I van Brabant over ’t bezit van Limburg, waarop beiden aanspraak maakten, werden hij en zijn bondgenooten bij Woerone verslagen (1288). Reinald I moest van Limburg afzien en was genoodzaakt leeningen te sluiten ten einde de financiën in beteren toestand te brengen.

Inwendige twisten begonnen ’t graafschap te teisteren. Iets beter werd de toestand onder Reinald II (1318—1343), die door koop ’t graafsch. Kessel kreeg, terwijl hij bij verdrag met Brabant Tiel verkreeg en bij verdrag met Munster Aalten, Terborg, Winterswijk, enz. ’t Land, dat door keizer Lodewijk van Beieren tot hertogdom verheven werd, ging onder hem goed vooruit. Door ’t aanleggen van dijken werden de overstroomingen van Maas en Waal tegengegaan; woeste gronden werden ontgonnen. Met de Oostzeelanden werd handel gedreven door Harderwijk, Zutfen en Elburg, met Zuid-Duitschland door Zalt-Bommel en Arnhem. Deze bloeiperiode eindigde met zijn dood in 1343. Opnieuw begonnen inwendige twisten ’t land te teisteren, waarbij geschillen op politiek en economisch gebied naast familieveeten een rol speelden. Er vormden zich-twee partijen: de Heekerens, die in aard overeenkwamen met de Kabeljauwen in Holland, en de Bronkhorsten, die gelijkenis vertoonden met de Hoeken (zie MIDDELEEUWSCHE PARTIJEN).

Nadat in 1371 ’t oude geslacht met Reinald III was uitgestorven, kwam na een periode van verwarring Gelre aan Willem van Gulik (1374), waardoor deze beide hertogdommen met elkaar vereenigd werden. Deze vereeniging was echter slechts van korten duur. Reinald IV van Gulik en Gelre sterft in 1423 kinderloos, waarop Gulik komt aan Jan van Berg, die in Gelre gesteund wordt door den heer van Buren, terwijl de meerderheid in dit hertogdom Arnold van Egmond als hertog verkiest. Hoewel deze ook niet erkend wordt door den Duitschen keizer, weet hij zich toch te handhaven. Onder Arnold ging ’t land niet vooruit. Zware lasten drukten de bevolking, terwijl er opnieuw twisten uitbraken, welke waarschijnlijk aangestookt werden door den hertog van Bourgondië. Ten slotte staat ook Arnold’s zoon Adolf op en weet deze in 1465 verraderlijk zijn vader gevangen te nemen. Hierop komt Karel de Stoute van Bourgondië tusschenbeide.

Wanneer het hem niet gelukt een verzoening tusschen vader en zoon tot stand te brengen, neemt hij Adolf gevangen en herstelt hij Arnold in 't bewind, die echter kort daarop Gelre aan Karel verpandt (1471). Wanneer Arnold gestorven is, bezet Karel Gelre waardoor ’t dan geheel en al in de machtssfeer van de Bourg. vorsten is gekomen (1473). ’t Bestuur en de financiën worden door den Bourg. hertog op voortreffelijke wijze geregeld, zoodat een groot deel van de bevolking met ’t nieuwe bewind verzoend geraakt. Na den dood van Karel wordt Adolf in vrijheid gesteld. In den strijd tegen de Franschen sneuvelt hij kort daarop bij Doornik (1477). In Gelre blijft de Bourg. heerschappij gevestigd. Een partij, geleid door den ouden graaf van Meurs, knoopt, nadat Adolf’s zoon Karel in 1487 in handen was gevallen van de Franschen, onderhandelingen aan met den Franschen koning ten einde zijn vrijlating te bewerken, hetgeen in 1492 geschiedde. Opnieuw werd nu Gelre door burgeroorlogen geteisterd. De Bourg. partij, geleid door den heer van Buren en IJselstein, verzet zich tegen Karel, terwijl Philips de Schoone pogingen doet om Gelre te onderwerpen, hetgeen hem in 1505 gelukt.

Karel moet zich overgeven en wordt in gevangenschap naar Brussel gevoerd. Na uit de gevangenschap ontvlucht te zijn, weet Karel door gebruik te maken van ’t vertrek van Philips den Schoone naar Spanje, Gelre te heroveren (1507) en bedreigt hij zelfs Holland en Brabant. De aan de Bourg. heerschappij vijandige elementen zoeken bij hem steun, waardoor hij ook gezag krijgt in Utrecht, Friesland en Groningen (1514). Wanneer Karel II de regeering aanvaardt, begint deze met kracht den strijd tegen Gelre. Achtereenvolgens worden de Geldersche troepen verdreven uit Friesland (1523) en Utrecht (1528) en wordt Karel van Gelre genoodzaakt ’t tractaat van Gorcum te teekenen, waarbij hij belooft, dat na zijn dood bij gebreke van wettige mann. nakomelingen Gelre komen zal aan Karel V, terwijl hij Groningen en Drente met Coevorden mag behouden (1523). De Geld. hertog heeft zich aan dit verdrag niet gehouden. Hij onderhandelt met Frans I van Frankrijk en belooft hem Gelre. In den opnieuw ontbranden oorlog verliest hij dan Groningen en Drente (1536).

Zijn Franschgez. politiek vindt in zijn land geen steun en hij moet er zich bij neerleggen, dat Willem van Gulik, Kleef, Berg en Mark zijn opvolger wordt. Na zijn dood in 1538 aanvaardt deze de regeering. Deze hervat den strijd met Karel V. Na zich in 1642 verbonden te hebben met Denemarken en Frankrijk, waarbij overeengekomen was de Nederlanden te verdeelen, opent hij den oorlog, waarbij hij in den beginne succes heeft, maar zich op den duur niet kan handhaven. In 1543 wordt Willem genoodzaakt den vrede van Vcnlo te sluiten, waarbij hij Gelre overlaat aan Karel V. Van dat jaar af deelt Gelre in de lotgevallen van de Nederlanden. (Zie NEDERLAND, PLOOIERIJ). Litt.: Muller, Die Entwickelung der Landeshoheit in Geldern; Vanderkindere, La formation territoriale des principautés belges au moyen âge t. II; van Spaen, Historie van Gelderland; Pontanus, Historiae Gelriae libri XIV. — Bronnen: Sloet, Oorkondenboek etc. ; Bondam, Charterboek etc. ; I.Nijhoff, Gedenkw. uit de gesch. van Gelderland; W. de Berchem, De nobili principatu Gelrie et eius origine (ed. Sloet van de Beele 1870).