Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Pijlstaartrog

betekenis & definitie

Pijlstaartrog, - visch uit de familie der Pijlstaartroggen (Trygonidae) als alle roggen gekenmerkt door zijn schijfvormig verbreed lichaam, dat echter bij deze soort bijzonder vleezig en dik is. Zeer in het oogloopend is de dunne, zweepvormige staart, die van een stevigen, gezaagden stekel is voorzien, waarmede het dier gevaarlijke wonden teweeg kan brengen. De bovenzijde is donkerbruin met olijfgroene of blauwe tint, vaak met kleine witachtige vlekken. Leeft in zee en kan een lengte van meer dan een Meter (zonder staart!) bereiken.

Zulke groote exemplaren zijn bij ons zeldzaam; daarentegen worden vooral in de Zeeuwsche stroomen, maar ook elders aan onze kust, vaak jongere gevangen. Dit dier is in tegenstelling met den gewonen rog levendbarend ; de jongen ontwikkelen zich in den eenzijdig ontwikkelden eileider en worden daar met een soort van melkachtige vloeistof (uterine-melk) gevoed, die door de plaatselijk sterk ontwikkelde plooien van het slijmvlies (trophonemata) wordt afgescheiden en door de wijde spuitgaten van het jong in diens slokdarm druppelt. De lever van de pijlstaartrog is buitengewoon omvangrijk en wordt door onze Noordzeevisschers steeds uitgesneden en vervolgens uitgebraden, omdat zij meenen, dat de aldus gewonnen olie een voortreffelijk heelmiddel bij verwondingen vormt.

< >