Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Phlox

betekenis & definitie

Phlox - plantengeslacht der Polemoniaceeën, met 47 soorten in N.-Amerika en 1 soort in Siberië. Het zijn éénjarige en vaste planten, die om den fraaien bloei tot onze beste tuinplanten gerekend worden. P. Drummondii, uit Texas ingevoerd in 1835, is een der meest gekweekte eenjarige bloemplanten. De groote zaadfirma’s bezitten uitgebreide sortimenten (± 100 var.!).

Zij groeit 20—45 c.M. hoog, heeft ovale tot lancetvormige blaadjes en eindstandige, vlak gewelfde bloempluimen met vele 2—3 c.M. groote bloemen, paars, rood, rose, wit of zalmkleurig. P. Dr. is gevoelig voor vorst, wordt onder glas gezaaid en in Mei uitgeplant op perken en bedden of ook wel als potplant voor balkon en markt gekweekt. De vaste planten zijn alle winterhard. Er zijn voorjaarsbloeiers en zomer- en herfstbloeiers. Tot de lentebloeiers, 10—40 c.M. hoog, behooren o. a. P. amoena, P. divaricata, P. pilosa, P. reptans, P. subulata, enz. Omstreeks Juni bloeien: P. ovata, P. suffruticosa en de P. Arendsii-hybriden.

De zomer- en herfstbloeiers zijn hoofdzakelijk hybriden van P. paniculata (decussata). Hiervan zijn honderden variëteiten, waarbij vele Nederlandsche aanwinsten. Zij worden hooger (0.75—1.80 M.), hebben grootere bladeren en bloeien met groote pyramidale pluimen in paarse, roode, rose of purperen tinten, ook wel zuiver wit. Soms zijn de bloemen geurig. Behalve voor tuinversiering hebben zij ook waarde als snijbloemen.

< >