Penning - (Willem Levinus Jz.), Nederlandsch dichter, geboren 1840 te Schiedam, werkte daar bij het notariaat en de registratie, moest deze en dergelijke betrekkingen echter wegens toenemende gezichtszwakte opgeven en werd later blind; in 1907 vestigde hij zich te den Haag. Gaf in het licht: Tienden van den oogst, Schakeering (poëzie en proza, 1886), beide onder het ps. M. Coens, Benjamins vertellingen (een gedicht, 1898), Kamermuziek (gedichten, 1903), Sintjans-lot (1906), Toms Dagboek (1910), Najaarslover.
Zijn poëzie kenmerkt zich door diepte van gevoel en ontroerende mijmeringen; zij is altijd onderhoudend en zeer kernachtig van uitdrukking. In 1911 ontving zijn poëzie den toen voor het eerst uitgereikten Nieuwe Gids-prijs. Dr. G. E. Opstelten stelde een bloemlezing uit de vertellingen samen (1917).
