Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Paprika

betekenis & definitie

Paprika, - Spaansche, Hongaarsche of Turksche peper, is de vrucht van Capsicum annuum en van C. longum. Ze komt in hoofdzaak uit Zuid-Amerika en Zuid-Europa. De rijpe vrucht is langwerpig kegelvormig, 4-8 c.M. lang, hel roodglanzend. In de vrucht bevinden zich 2 of 3 scheidingswanden, waartusschen ronde, platte, 4 m.M. groote zaadjes aan steeltjes.

Deze laatste veroorzaken in het bijzonder den zeer scherpen smaak. Oude vruchten worden bruin tot zwart. Fijn gemalen p. moet goed afgesloten bewaard worden, daar de aetherische olie, welke den smaak veroorzaakt, tamelijk vluchtig is. — Rozenpaprika is een zeer fijne Hongaarsche soort. Gemalen p. is dikwijls slechts de gemalen zaadhuls. Behalve als zoodanig wordt p. geconsumeerd als bestanddeel van kerry.

< >