Paneel. - In de bouwk. in het algemeen een plat vlak binnen een omlijsting. In den regel wordt een p. door een regelwerk opgesloten, zooals b.v. bij een lambrizeering of een deur, welke laatste men dan paneeldeur noemt, in tegenstelling met de opgeklampte deur, waarbij het regelwerk ontbreekt en de planken te zamen gehouden worden door dwarsplanken. De p.deur daarentegen bestaat uit een met pen en gat in elkaar gewerkt regelwerk, dat aan weerszijden twee stijlen, een bovenregel, een onderregel en meestal nog een tusschenregel bevat. Binnen dit regelwerk zitten de p. opgesloten in een groef, die rondom in het regelwerk geschaafd wordt.
De p.deur en in het algemeen het p.werk is minder aan het trekken van het hout onderhevig dan de opgeklampte deur. Het regelwerk zit n.l. onwrikbaar in elkaar, krimpen en uitzetten van de p. heeft geen invloed op de breedte der deur, de uitwerking ervan blijft binnen het regelwerk. Evenzoo is het gesteld met het scheluwtrekken van het hout.
