Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Pandora

betekenis & definitie

Pandora - 1) (Gr. de albedeelde), volgens een reeds bij Hesiodus meegedeelde sage, de naam der eerste vrouw op aarde. Toen Prometheus Zeus het vuur ontroofd had, beval deze aan Hephaestus, een vrouw te maken tot onheil der menschheid. De goden schonken daaraan de heerlijkste gaven.

Aldus voorzien zond Zeus de vrouw, aan wie hij zelf nog de z.g. Doos van P. schonk, waarin allerlei onheil voor de menschen besloten was, door Hermes naar Epimetheus, die de waarschuwing van zijn broeder Prometheus, toch geen geschenk van Zeus aan te nemen, vergeten was. P. opende daarop de doos; op hetzelfde oogenblik vlogen alle soorten van kwalen daaruit en verspreidden zich over de geheele wereld; alleen de hoop was er nog in, toen P. het deksel sloot.

2) de 55ste planetoide, in 1858 door Searle ontdekt. Bereikt gemiddeld de grootte 10.5.