Pallium - (Gr.), lange, wollen, meestal witte, mantel, bij de oude Gr. door mannen en vrouwen gedragen. Bij de Rom. gold het dragen als een teeken van verwijfdheid. Later de geliefkoosde dracht van wijsgeeren. — In den Katholieken cultus behoort P. tot het bisschoppelijk ornaat, is een witte wollen band, versierd met zes of vier zwart-zijden kruisen.
Dit wordt als een ring om de schouders gelegd, op de borst en op den rug afhangend, en met drie gouden spelden vastgehecht. De Palliums worden op het feest Petrus en Paulus door den paus gewijd. Zij worden aan patriarchen gegeven, op aanvrage aan aartsbisschoppen, soms ook aan bisschoppen.