Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Owen (robert)

betekenis & definitie

Owen (robert), - Engelsch socialist-hervormer, geb. 1771 te Newtown (Wales), aldaar overl. 1858, ging als een der zeven kinderen van een zadelmaker jong de wereld in, stond van zijn 14e tot 18e jaar in een manufactuurwinkel te Manchester, drijft daarna voor eigen rekening een katoenspinnerij, wordt op zijn 20e jaar administrateur van een groote katoenfabriek, tot hij in 1795 bij Manchester zelf een dergelijke fabriek opricht. Na zijn huwelijk in 1800 treedt hij op als administrateur van de rijke spinnerij zijns schoonvaders te Nieuw-Lamark (bij Glasgow), waar met 1300 arbeiders, onder welke 500 kinderen van 7 tot 12 jaar, wordt gewerkt. De treurige levensvoorwaarden der arbeidersbevolking dringen den menschlievenden O. om hierin verbetering te brengen : hij zorgt voor betere woningen, weert drankmisbruik en opent voor kinderen van 2 tot 12 jaar scholen. Zijn sociale hervormingen trokken groote belangstelling: van 1814 tot ’24 kwamen er meer dan 2000 bezoekers, zelfs vorstelijke.

In 1817 en ’18 maakte hij door redevoeringen in binnen- en buitenland propaganda voor zijn nieuwe theorieën en komt in kennis met bekende tijdgenooten, o.a. Cuvier, Pestalozzi en Alex. v. Humboldt. Zijn aanval op de orthodoxe Anglicaansche Kerk doet hem sympathie in beschaafde kringen verliezen en ook de kans op een zetel in het Lagerhuis. Uitgaande van zijn betwistbare stelling „de omstandigheden maken den mensch”, trachtte hij deze te verbeteren door het stichten van landbouw- en nijverheidsdorpen („dorpen van eenheid en coöperatie”). Een proefneming, om te Orbiston (nabij Glasgow) een dorp van 200 families te stichten, mislukte in 1827, evenals 3 jaar vroeger in Ierland, en evenmin slaagde hij in 1828 met zijn New-Harmony in Illinois, waaraan hij meer dan 100.000 dollars opofferde. Toch verflauwde de utopist niet, om in Engeland en Amerika, waar hij andermaal van 1844—47 reisde, zijne theorieën te verkondigen op coöperatieve en socialistische congressen, waarvan hij meermalen voorzitter was, al won hij niet aan belangstellend publiek. Het blijft de verdienste van O., dat hij het initiatief nam van goede kinderbewaarscholen in Groot-Brittannië, dat hij verscherping van de verbodsbepalingen tegen kinderarbeid in de fabrieken bewerkte, dat hij den normalen arbeidsdag van 10 of 8 uur in zijn fabriek toepaste en dat hij de coöperatie onder de werklieden bracht. Zijn theorieën legde hij neer in verschillende periodieken, die hij oprichtte; o. a. The Economist (1821/22); The Cooperative Magazine (1826— 29); The New Moral World 1834—41) en in werken als New View of Society (1813—16); Revolution inMind and Practice (1849); Letters of the Human Race (1850). Op lateren leeftijd spiritist geworden, schreef hij : New Existence of Man upon Earth (8 dl., 1854—58), terwijl hij een autobiografie van zijn jonge jaren gaf in Life of Robert Owen, written by himself (2 dl., 1857/58).

< >