Oprisping - het terugkomen van gassen uit de maag ; waarbij vaak mechanisch spijsdeelen mede terug naar den mond gevoerd worden. Hierbij grijpen dus geen braakbewegingen plaats, treedt ook in het algemeen niet het benauwde gevoel op, dat aan het braken eigen is. Bepaalde spijzen voeren soms tot oprispingen (uien, radijs), waarbij door de gevormde gassen dan een onaangename lucht optreedt. De ééne mensch is veel gevoeliger te dien opzichte dan de ander.
Bij een zwakke maag, waarin een maagsap wordt afgescheiden, dat te weinig maagzuur bevat, komen o. gemakkelijk en veelvuldig voor. De behandeling is wel in hoofdzaak een regeling van het diëet, het zoo mogelijk vermijden van spijzen, die veel o. geven en het toedienen van b.v. wat zoutzuur. Ook bitterstoffen (vinum amarum) gaan de o. vaak tegen.
