Olivijn, - gesteentevormend mineraal, (MgFe)2 Si04, rhombisch holoëdrisch, gewoonlijk kristalliseerend in niet zeer groote, meer of minder platte, lichtgroene kristallen. O. is een bestanddeel van basische stollingsgesteenten, zooals gabbro, basalt, melafyr, diabaas en wordt hoofdbestanddeel in de ultrabasische peridotieten en in vele steenmeteorieten. In de basaltzuilen, die in ons land veelvuldig in waterwerken verwerkt worden, kan men dikwijls knollen van o. waarnemen; als eerste stollingsproduct hebben zich dan de olivijnkristallen in het nog vloeibare gesteente tot knollen samengebald.
Een doorschijnende variëteit met fraaie kleur wordt onder den naam chrysoliet als edelsteen gebruikt. Bij verweering gaat o. over in serpentijn.