Noesa - (Javaansch), eiland. Noesa Laoet, een der drie Oeliasers, eilandje op 3°40' Z. B. en 128°47' O. L„ oppervl. ^ 12 K.M2., geheel met bergen bedekt, hoogste top de Lawakano, i 2360 M. Bevat een 7-tal kampongs; de inw. ^ 4000 in aantal, zijn thans allen tot het Christendom overgegaan; hun voornaamste bestaansmiddelen zijn sagoekloppen, klappercultuur en vischvangst. Administratief behoort het eiland tot de onderafd. Saparoea der afd. en res.
Amboina. Litt.: ten Hove in Med. Nederl. Zendelinggen. Dl. 33; v. Hoëvell, Ambon en meer bepaald de Oeliasers; Quack in Ned. Zend. Tiidschr. Dl. 8.