Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Nieuw-Zeeland

betekenis & definitie

Nieuw-Zeeland - New-Zealand, eilandengroep in den Grooten Oceaan. Het vormt een Britsch Dominium, dat uit twee groote en talrijke kleine eilanden bestaat. Het geheele Dominium is 271.076 K.M.2 groot en heeft (1918) 1.168.000 inw.

Het ligt tusschen 159° O.L. en 177° W.L. en 54V2° en 29° Z.Br. Het werd 13 Dec. 1642 door Abel Tasman ontdekt.

Natuurlijke gesteldheid. De beide hoofdeilanden zijn gescheiden door de Cookstraat. Het N. eiland Te ika a Maui (= visch van Maui, naar den vischvorm) is 115.165 K.M.2 groot. De kern wordt gevormd door palaeozoische gesteenten, die in 't O. een ketengebergte vormen (tot 1600 M. hoog). Het midden bestaat bijna uitsluitend uit vulkanisch gebergte, gedeeltelijk nog sterk werkend, zooals het gebied om het in het midden gelegen Taupo-meer, waar zich o. a. de 2706 M. hooge, met eeuwige sneeuw bedekte Roeapehoe en de 1974 M. hooge, sterk werkende Tongariro verheffen. Daar, en vooral in het N. merengebied, vindt men fumarolen en solfataren, geysirs en andere kokende bronnen. De vroeger beroemde sinterterrassen zijn door de geweldige uitbarsting van den Tararoera op 10 Juni 1886 vernietigd. Op ’t Z.W. schiereiland verheft zich de 2522 M. hooge vulkaan Mount Egmont of Taranaki.

Ook de omgeving van de Plenty-baai en vooral die van den isthmus van Auckland zijn sterk vulkanisch. De N.-kust is sterk ingesneden, de Z.O.-kust, op de Hawke-baai na, veel minder, terwijl de W.-kust uit reeksen van schoorwallen bestaat. De voornaamste der vele rivieren is de Waikato, die uit het 626 K.M.2 groote Taupo-meer ontspringt. Het 153.300 K.M.2 groote Zuidelijke eiland, Te Wahipoenamoe (= het land van den groensteen), heeft een meer langgestrekten vorm. Het wordt gevormd door een ketengebergte, grootendeels uit graniet (gruis) en oude sedimentgesteenten bestaande, de Zuidelijke Alpen, ’t Is een zwaar vergletsjerd hooggebergte (Mount Cook of Aorangi, 3768 M.). De sneeuwgrens ligt in het W. op 2100, in ’t O. op 2400 M. hoogte. Groote gletsjers dalen in ’t W. tot 215 M. hoogte af.

Het Z. gedeelte is een 1500 à 1700 M. hoog plateau, met vele alpenmeren bedekt; de kust is door fjorden diep ingesneden. In ‘t N. loopen de ketens in zee uit en vormen een ria’s kust. Het hooggebergte sluit in ’t O. de halvemaanvormige Canterburyplains in: terrasvormig naar zee afdalende vlakten, met niet-vruchtbare puinen zandbodem, die door een duinkust van zee gescheiden zijn. Het Banksschiereiland is vulkanisch. De grootste rivieren stroomen naar 't Z. en 't O.

Klimaat. Het grootste gedeelte van N.-Z. behoort tot het gebied der heerschende W. winden; alleen het N.W. schiereil. heeft een subtropisch klimaat. Het land ligt tusschen de isothermen van 17° en 10°. ’t Klimaat is oceanisch; er is weinig verschil tusschen zomeren wintertemperatuur. Dunedin heeft een Jan.-gemiddelde van 13.9°, een Julivan 5.6°, Christchurch 16.2° en 5.6°, Auckland 19.3 en 10.8°. De gem. uitersten voor Dunedin zijn 29.3° en — 1.2°. In het W., vooral in ’t Z.W., valt veel neerslag. Hokitika heeft 2985 m.M., terwijl Christchurch slechts 650 m.M. per jaar heeft. In ’t N. zijn de verschillen tusschen O.en W.-kust geringer: Taranati 1440 m.M., Napier 910 m.M. Op ’t N. eiland valt de meeste neerslag in den winter, op ’t Z. is hij tamelijk gelijk over ’t geheele jaar verdeeld.

Plantengroei. De wouden zijn altijd groen. De meeste komen op het N. eiland voor. Op het N. schiereiland nemen zij met hun hooge stammen, vele slingerplanten en epiphyten, pandans en palmen, een haast tropisch karakter aan. Op het N. eiland zijn vele naaldwouden, o. a. die, welke zijn samengesteld door de prachtige, tot 50 M. hooge, Kauri-den (Dammara australis) en veel boomvarens. De bergwouden van het Z. eiland bestaan o. a. uit beukensoorten.

Grasgroei komt weinig voor, ’t meest op de puinsteenvlakten van het N. eiland en in de alpendalen. De Canterbury-plains zijn bedekt met een heideachtige vegetatie met veel stekelachtige planten. Boven de boomgrens vindt men een eigenaardige alpenflora, met veel Senecio’s en Haastia’s en veel witte bloemen. De flora is sterk endemisch en heeft weinig met die van Nieuw=Holland gemeen; meer verwantschap met die van Zuid-Amerika.

Ook de fauna is zeer eigenaardig. Behalve enkele vleermuizen en robben komen oorspronkelijk geen zoogdieren voor. Van de vroeger veel voorkomende loopvogels (o. a. de tot 4 M. hooge Moa’s) is alleen de Kiwi overgebleven. Veel papegaaien. Ook zeevogels zijn aan de kusten talrijk.

Bevolking. De oorspronkelijke, Polynesische bevolking, de Maori’s, heeft er zich vrij laat, misschien pas in de 13e of 14e eeuw, gevestigd. Tegenwoordig zijn er ± 50.000 van over. De meesten wonen op het N. eiland. Sedert het midden der 19e eeuw zijn zij bijna allen tot het Christendom overgegaan. De overige bevolking (in 1881 490.000, in 1916 1.100.000) zijn bijna uitsluitend Engelschen. Op het N. eiland wonen er 651.000, op het Z. (inclusief Stewarten Chatham-eilanden) 448.000; 507.000 wonen op het platteland, 593.000 in de steden. 43% der bevolking behoort tot de Engelsche Kerk, 14% zijn Roomsch-Katholiek.

Middelen van bestaan. De landbouw komt in N.-Z. pas in de derde plaats: veeteelt en mijnbouw zijn belangrijker. In het Z. verbouwt men vooral haver, in het O. en midden tarwe, ten N. van de 39° parallel maïs. Verder gerst, aardappelen, erwten, boonen, vlas. Een eigenaardige cultuur is die van een vezelplant, Nieuw-Zeelandsche vlas (Phormium tenax). In 1918 waren er 26.538.400 schapen, 2.888.000 runderen, 379.000 paarden.

Wol is het voornaamste product. Verder bevroren vleesch, boter en kaas. De voorn, visscherijproducten zijn gedroogde visch, aal en oesters, de voorn, mijnproduct. : goud, dat gevonden wordt in ’t Haurakimijnveld op het N. eiland, het Otago-veld in !t Z. en het W. kustgebied van het Z. eiland. Verder: steenkolen, (meer bruinen pekkolen) en zilver, koper, antimonium, mangaan. Dank zij de vele kolen, heeft ook de industrie beteekenis, vooral die, welke met veeteelt en landbouw in verband staat. Bovenaan staat de vleeschwaren-productie en die van boter en kaas.

Handel en verkeer. In 1913 bedroeg de import £ 22.288.332, de export £22,986.722. Vóór 1917 waren deze cijfers resp. £20.742.124 en £30.613.184. In 1913 werden de havens aangedaan door 645 schepen, metende 1.731.995 ton, in 1917 door 543 schepen van 1.405.776 ton. Er zijn 4847 K.M. spoorlijn, n.l. 2042 op het N.en 2758 op het Z.-eiland. — Plaatsen.

De voornaamste plaatsen liggen alle aan zee. Hoofdstad is Wellington (95.000 inw.), aan de Z.kust van het N.-eiland. Auckland in ’t N. heeft 133.700 inw. Op het Z.-eiland liggen aan de O.-kust Christchurch (93.000 inw.) en Dunedin (69.000 inw.).

Staatkundige toestand. Met N.-Z. staatkundig vereenigd zijn de Aucklands-, Chatham-, Cook- en andere Zuid-Pacifische eilanden en de Kermadecgroep. Aan het hoofd der regeering staat een gouverneur-generaal. Deze heeft de uitvoerende macht en deelt de wetgevende met de General Assembly, bestaande uit twee Kamers, de Legislative Counsil en het House of Representatives, de eerste met 38, de laatste met 80 leden.

Litteratuur: New-Zealand, Official Yearbook, Jaarlijks. N.-Z., Municipal Handbook; tweejaarlijks. C. Cooper, N.-Z. Yearbook. Transactions and Proceedings of the N.-Z. Institute. T. W. Pennefather (Murray’s), Handbook for N.-Z. G. Dieffenbach, Travels in N.-Z. 1834.

v. Hochstetter, Neuseeland, Stuttgart 1863. R. T. Irvin en O. T. J. Alpers, The Progress of N.-Z. in the Century, 1902. R. A. Lougham, N.-Z. Wellington, 1901. A. P. Douglas, The Dominium of N.-Z., Londen 1909. Herz, Das heutige Neuseeland.

L, Cockayne, N.-Z. Plants and their Story, Wellington 1910. J. Park, The Geology of N.-Z. Christchurch, 1910. S. Playne, N.-Z. its History, Commerce and Industrial Ressources, Londen 1912/13. G. H. Scholefield, N.-Z. 1917.