Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Nevel

betekenis & definitie

Nevel - ontstaat, wanneer de in de lucht aanwezige waterdamp gaat condenseeren, waarbij zich uiterst kleine druppeltjes vormen (diameter± 0.02 m.M.), waardoor het vergezicht beperkt wordt tot op eenige honderden meters. Bij nevel beoordeelt men de dichtheid er van naar het vergezicht. Wordt dit beperkt tot minder dan 800 M., dan spreekt men van mist. De oorzaak van de vorming van nevel is meest directe afkoeling van aanvankelijk onverzadigde lucht.

Deze afkoeling kan een gevolg zijn van directe warmteafgifte aan een sterk afgekoelden bodem, waardoor zich bodemnevels vormen als geschiedt in heldere, windstille nachten of ook wanneer de wind warme vochtige lucht over een kouden bodem voert (b.v. op zee in de buurt van ijsbergen en op de grens van den Golfstroom en den Labradorstroom bij de kusten van New-Foundland). Een tweede oorzaak van afkoeling treedt op, wanneer warme lucht over koude strijkt, waarbij in een dunne laag menging der luchtmassa’s van verschillende temperatuur en vochtigheid tot stand komt waarbij de waterdamp en de nevellaag condenseert en zich aldaar dunne nevellaagjes vormen (steatuswolken). Boven den nevel zijnde, is de lucht helder en ziet men neer op een wolkenmeer. Bij dezen toestand heeft de lucht boven den nevel een hooger temperatuur dan die daaronder. Nevel komt het meest voor in het voor- en najaar in den nacht en de vroege morgenuren van heldere, stille nachten.

Wordt de lucht na zonsopkomst weer warm, dan lossen deze nevels weer op. In het najaar en den winter verdicht de nevel zich niet zelden tot mist en blijft dan dagenlang onafgebroken dag en nacht. Boven steden, vooral in industriedistricten, is de lucht soms nevelig door de vele rook- en roetdeeltjes uit de fabrieksteden. Dit zijn droge nevels in tegenstelling tot de te voren besproken vochtige nevels.