Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Nagels

betekenis & definitie

Nagels, - zijn de hoornplaten, die aan eiken vinger en eiken teen voor meer dan de helft het rugvlak van het laatste lid bedekken en aan drie kanten in een bijzondere verdieping of plooi der huid indringen. Het deel der huid, dat door den nagel bedekt is, heet nagelbed. Het achterste deel van den nagel heet nagelwortel; het meer weeke en witachtige uit de vouw der huid te voorschijn tredende deel van den wortel heet naar zijn gedaante het maantje (lunula). De n. ontwikkelen zich eerst in de vijfde maand van het leven van het embryo ; bij de voldragen vrucht steken de n. boven vingers en teenen uit.

De groei van de n. geschiedt alleen aan den wortel; vandaar schuift dan de nagel langzamerhand naar voren. Indien men, b.v. door een kleine insnijding, een plekje op de n. kenmerkt, kan men deze verschuiving vervolgen en zien, dat in ongeveer 3 maanden een punt vanaf den wortel tot de punt is verplaatst. De witte plekjes, die men op nagels vaak waarneemt, berusten daarop, dat lucht in de cellen is binnengedrongen en daardoor het licht op bijzondere wijze wordt teruggekaatst. Het is hetzelfde proces als het grijs worden van het haar.