Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Mysterie-spel

betekenis & definitie

Mysterie-spel - (Fr. mystère), is de naam, dien men aan het eind van de Middeleeuwen gaf aan uitgebreide dramatische werken van een bepaalde soort. Vóór de 15e eeuw noemde men die spelen in Frankrijk „jeux” of „miracles”. De voorstelling had, tot in de 14e eeuw, plaats in de kerk of in het kerkportaal; als dramatis personae traden de geestelijken op ; het doel was de dogma’s voor het volk aanschouwelijk te maken. De m., die betrekking hadden op het Kerstfeest, gaven een lange rij profeten te zien, die de komst van den Verlosser aankondigden (les Prophètes du Christ, in ’t Lat. 11e eeuw, le Drame d'Adam, 12e eeuw); zij, die tot den cyclus van het Paaschfeest behoorden, gaven niet de Verrijzenis zelf, maar de tooneelen, die deze voorbereidden, te zien {Jeu de la Résurrection, 13e eeuw).

God, Jezus en Maria traden daarin niet op. Tegen ’t eind van de 14e eeuw ontstond de gewoonte om bij sommige plechtige gelegenheden, buiten de kerk, gewijde tooneelen met een groot aantal spelers voor te stellen. Het waren in zekeren zin „tableaux vivants” {la Passion, le Jugement dernier). Eindelijk, tegen het midden van de 15e eeuw, kwam men op het denkbeeld de personen samen te laten spreken en daarmee was de vorm van het eigenlijk „mysteriespel” voltooid. Dit nieuwe genre vond een buitengewonen bijval. In alle groote steden van Frankrijk vormden zichvereenigingen, zooals de „Confrères de la Passion” te Parijs, die zich ten doel stelden mysteriespelen op te voeren. De oudste {Mystères inédits du l5me siècle, uitgegeven door Jubinal, 1834) zijn betrekkelijk kort en in eenvoudigen stijl geschreven, maar weldra werden de afmetingen grooter. De m. van Arnoul en Simon Greban bewijzen dit.

Nagenoeg de heele bijbelsche geschiedenis werd in mysterie-vorm gegoten en zoo ontstond een drievoudige cyclus : die van het Oude Testament, die van het Nieuwe en die van de heiligen. Zelfs werden soms onderwerpen uit de vaderlandsche of uit de oude geschiedenis op deze wijze gedramatiseerd (le Siège d'Orléans, de bevrijding van de stad door Jeanne d’Arc; la Destruction de Troie door J. Milet, omstreeks 1450). De letterkundige waarde van de m. is vrij gering; te dikwijls worden zij ontsierd door langdradigheid en een hinderlijk mengsel van hoogdravendheid en zotternij. Het steeds meer op den voorgrond treden van het plat-komische element, bracht dit genre ten val. In 1548 verbood het Parlement van Parijs aan de „Confrères” de Passion en andere gewijde „mystères” te spelen. Dit arrest was de doodslag voor het gewijde tooneel in de Middeleeuwen. — Zie Petit de Julleville, les Mystères (Paris, 1880); Paris, La poésie du Moyen âge (Paris, 1895) ; M. Sepet, les Origines catholiques du théâtre moderne (Paris, 1901). — Ook in de Nederlanden zijn een groot aantal mysterie-spelen bekend geweest en opgevoerd, in de 14e—16e eeuw, bij kerkelijke feesten.

Veel is er echter niet van overgebleven. Het oudste, dat we bezitten, is een Passiespel (het z.g.n. Maastrichtsche Paaschspel) uit de 14e eeuw. Jonger is Die eerste bliscap van Maria, ongeveer 1444 ter eere van O. L. Vrouwe van Zavel te Brussel vertoond door de rederijkerskamer „Het Korenbloemken”. Van de zes andere „bliscappen” is alleen de zevende bewaard. Deze is nog in 1566 te Brussel vertoond (inhoud: de Hemelvaart van Maria). Verder hebben we Het spel van de V vroede ende van de V dwaze maegden, uit het begin der 16e eeuw. — Zie verder Worp, Geschiedenis van het drama en van het tooneel in Nederland, I, 15 v.v. (Gron. 1904), benevens voor de algemeen-Europeesche letterkunde Creizenach, Geschichte des neueren Dramas I, (Halle, 1911).

< >