Moraal - (van ’t Lat. mores, zeden) beteekent: zedelijkheid, in het bijzonder de subjectieve, historisch-sociaal bepaalde zedelijkheid, de zedelijke denkwijze van een individueel mensch, stand of klasse, tijdsperiode. Daarnaast wordt de term vaak gebruikt in den zin van theoretische zedeleer, dus van Ethiek. — Vooral in de R.-Kath. theologie naam van de theologische wetenschap, die zich bezig houdt met de zeden, het zedelijk leven. (De Prot. theologie gebruikt gewoonlijk het woord ethiek.)
— Moraal-theologie staat naast de dogmatische theologie, die de leer behandelt.
— Onafhankelijke m., uitdrukking van A. Comte (Fransch: morale indépendente), de van den godsdienst onafhankelijke zedelijkheid, die, zuiver natuurlijk, wordt afgeleid uit den aard van den mensch en de maatschappij.
