Meersen - gem. in Limb., vlak ten N.O. van Maastricht, 1453 H.A. Zij wordt door de Geul doorsneden en in ’t Z.W. door de Maas bespoeld; langs beide wateren liggen strooken klei; voor ’t overige is de heuvelachtige bodem met Limb. klei bedekt. De bewoners, 7000 in getal, doen vooral aan landbouw en veeteelt. De gem. bevat de dorpen M. en Limmel, benevens eenige buurten. Het dorp M. ligt 6 K.M. ten N.O. van Maastricht, a. d. spoorlijn en den straatweg van deze stad naar Aken; het telt 2000 inw. en trekt ’s zomers om de prachtige omgeving (’t Geuldal) veel voordeel uit het pensionswezen.
Het wordt reeds in 847 als Marsna vermeld en in 870 sloten Lodewijk de Duitscher en Karel de Kale hier het verdrag van M., waarbij Lotharingen aan Duitschland kwam. De Karolingers hadden er een palts. Reeds in den Romeinschen tijd was het een voorname nederzetting blijkens de vele opgegraven oudheden.
