Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Mauthner

betekenis & definitie

Mauthner - (Fritz), Duitsch schrijver, geb. in 1849 in Bohemen, wiens middelmatige zedenromans, o. a. Berlin W. (3 dln. 1886—90), enz. overtroffen worden door de zeer geestige stijlparodieën Nach berühmten Mustern (1878), zijn vele goede en geestige critieken: Kleiner Krieg (1879), Dilettantenspiegel (1883), Credo (1886), enz. en zijn zeer oorspronkelijke Beiträge zu einer Kritik der Sprache (3 dln. 1901 en ’02), Wörterbuch der Philosophie (2 dln. 1910—11), Gespräche im Himmel (1914), enz. — In zijn taalfilosofie leert M.: de taal vervalscht het kennen door het anthropomorfe en metaforische der woorden en begrippen en het hypostaseeren van abstracties tot realiteiten ; zij bewerkt in de wetenschappen een „woord-fetisjisme”. De ware werkelijkheid is individueel, gewaarwording en aanschouwingsinhoud. Het denken is echter zonder de taal onmogelijk. Het hoogste doel zou zijn : bevrijding van de taal, zuiver aanschouwen der realiteit.

Ons kennen is subjectief en relatief; het is dienstbaar aan biologische doeleinden. Metafysika is onmogelijk. Filosofie kan niets zijn dan „kritische opmerkzaamheid op de taal”.

< >