Mankes - (Jan), Ned. kunstschilder, geb. 1889 te Meppel, ging 15 jaar oud naar Delft in ’t atelier van den glasschilder Schouten. Daar ontwaakte de lust zich geheel aan de vrije schilderkunst te wijden en in 1908 verliet hij de fabriek en trok in 1909 naar Friesland. Hij schilderde er buiten, maakte vooral vogelstudies en stillevens. Ook schilderde hij zijn familieleden, zichzelf en later de witte geiten in ’t bosch of aan de rivier en verschillende vogels.
Alles schilderde hij met een in den modernen tijd ongewoon vrome aandacht, die tot ’t wezen der dingen trachtte door te dringen, maar ook den vorm, tot in de details liefhebbend beeldde. Sedert 1913 begon hij zijn houtsneden, eerst op de wijze der Japanners met ’t mes gesneden, later ook gegraveerd, en daarnaast maakte hij ook enkele etsen en litho’s. Deze, gelijk ook zijn schilderijen, zijn zuiver van techniek. In 1920 gestorven te Eerbeek.