Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Makkabeeën

betekenis & definitie

Makkabeeën, - Joodsche dynastie, zoo genoemd naar den bijnaam van Judas den Makkabeeër (Makkabi). De stichter was Mattathias, een priester uit Modein, die in 167 v. C. openlijk in verzet kwam tegen het streven van Antiochus Epifanes om Judaea te helleniseeren (Makkabeesche opstand). Na zijn spoedig gevolgden dood werd zijn werk voortgezet door zijn zoons Judas Makkabi 165—161, Jonathan 161—143 en Simon 143—135. Het gelukte den eerstgenoemde de Syrische legers onder Gorgias en Lysias te verslaan en den tempeldienst te Jeruzalem te herstellen, 165.

Daarna streed hij met afwisselend geluk tegen Lysias en Nicanor, maar sneuvelde in een gevecht tegen Bacchides. Begunstigd door de oneenigheid der Seleuciden, die elkaar het recht op den koningstroon van Syrië betwistten, wist Jonathan 153 van Alexander Balas een aanstelling te verkrijgen als Hoogepriester der Joden, zoodat hij van toen af als priestervorst regeerde. Ten slotte echter werd hij door Trypho gevangen genomen en vermoord, maar zijn broeder en opvolger Simon verwierf de volkomene onafhankelijkheid van Judaea en de titels van Hoogepriester, Strateeg en Ethnarch der Joden, ofschoon ook hij nog met de Syriërs te strijden had. Vermoord door zijn schoonzoon Ptolemeus werd hij opgevolgd door zijn zoon Johannes Hyrcanus 135—106, die zijn heerschappij ook buiten de grenzen van Judaea uitbreidde. Na hem regeerden Aristobulus I 105—104 en Alexander Jannaeus 104—78, die den koningstitel aannam, maar onder wiens regeering tevens binnenlandsche partijstrijd uitbrak, daar de Phariseeën met zijn bestuur ontevreden waren en zelfs bij de Syriërs om hulp tegen hem vroegen. Wel gelukte het hem de oproerigen ten onder te brengen, maar met de grootheid der Makkabeeën was het gedaan. Volgens zijn wensch werd na zijn dood zijn weduwe Alexandra de erfgenaam der wereldlijke macht. 78—69, maar het Hoogepriesterschap moest zij volgens de Joodsche wet overlaten aan haar zoon Hyrcanus II. Deze geraakte na haar dood in strijd met zijn broeder Aristobulus II, die hem de heerschappij met goed gevolg betwistte.

Beiden hadden echter onder het volk hun aan hangers, terwijl er ook waren, die de heerschappij der M. moede waren. Alle drie partijen besloten daarom de beslissing van den Romeinschen veldheer Pompejus in te roepen (63), die aan Hyrcanus alleen den titel van Hoogepriester liet en Aristobulus als krijgsgevangene mede voerde. Ook beperkte hij het Joodsche gebied tot het eigenlijke Judaea zonder de kuststeden. Hyrcanus was echter slechts een werktuig in de hand van Antipater en diens zonen Phasaël en Herodes en, hoewel hij van Caesar den titel van Ethnarch verkreeg, in 40 vielen de Parthen in zijn gebied en namen hemzelven en Phasaël gevangen, terwijl Herodes de vlucht nam. Zij stelden daarop Antigonus, den zoon van Aristobulus, tot koning en Hoogepriester aan. De Romeinen namen daarmede natuurlijk geen genoegen en Herodes wist Antonius voor zich te winnen en maakte met Romeinsche hulp reeds in 37 een einde aan de heerschappij van Antigonus door de verovering van Jeruzalem. Daarmede eindigde de heerschappij der M., die ook wel Hasmoneeën genoemd worden.

< >