Lukas - afkomstig van het Lat. Lucanus, een medewerker van Paulus, vermoedelijk geboortig uit Antiochië, vgl. een variant Hand. 11; 28, een geneesheer, die volgens de overlevering ongehuwd bleef en den leeftijd van 80 jaar bereikte. Hij wordt Kol. 4 :11 nadrukkelijk onderscheiden van de Joden-Christenen, en is dus van heidensche afkomst. De gedeelten uit de Handelingen, die in den 1en persoon meervoud staan (de wij-berichten) doen aan hem denken als schrijver en doen vermoeden, dat hij Paulus eerst later vergezeld heeft, gelijk hij ook eerst vermeld wordt in diens latere brieven (Filem: 24, 2 Tim. 4: 11).
De oude kerk schrijft hem eenparig toe het Evangelie naar hem genoemd en de Handelingen der Apostelen. Wat het Ev. betreft, het verraadt meer artistieken aanleg dan Mk. of Mt. Het bevat een Galileesch verhaal 4 :14—9 : 50, een reisverhaal, dat veel van Samaritanen weet mee te deelen 9 : 51— 18; 30 en niet in de andere Evangeliën zoo voorkomt, en ten slotte een relaas uit Judea 18: 31 v. Bij de ordening van de stof overtreft hij meermalen Mattheus. Hij heeft ook bijzondere bronnen gebruikt behalve Markus en Q„ die men ook bij Mt. kan terugvinden. In zijn taal hebben verschillende geleerden gemeend de terminologie van den medicus te ontdekken: Hobart, The medical language of L., 1892; A. Harnack, L. der Arzt, 1907. Hij blijkt een intellectueel man ook in zijn proloog, maar heeft een bijzondere voorliefde voor de armen en verachten.
De tijd van vervaardiging wordt door sommigen, o. a. door Dr. D. Plooy, heel vroeg gesteld, nog vóór Paulus’ dood. Evenwel brengt de leerontwikkeling mede, dat het veiliger is het Evangelie te plaatsen omstreeks het jaar 90 n. C. In ieder geval is de verwoesting van Jeruzalem den schrijver reeds bekend, 19 : 43 v„ 21: 20, 24. Voor de Handelingen zie aldaar. Opsomming van litteratuur bij J. de Zwaan, L. Tekst en Uitleg, 1917.