Liao-tong - Schiereiland in het Z. van Mandsjoerije, bestaande uit een zeer afwisselend bergland van een reeks paralelle bergketens, die Z.W.-N.O. gericht zijn en zich tot 1370 M. verheffen. In het Z. is het schiereiland Kwang-toeng er bijna geheel van afgesnoerd. De bergen zijn meest kaal, de plantengroei is armoedig. De bewoners, in hoofdzaak Chineezen, verbouwen mais, gierst, tarwe, rijst, boekweit, boonen, tabak, hennep en groenten.
Veel visscherij. De bodem levert steenkolen, goud en nephriet. Zout wordt veel gewonnen. Het Zuidelijk deel, Kwang-toeng (3374 K.M.2 met 517.000 inw., waarvan 41.000 Japaneezen) was in 1898 aan Rusland „verpacht”, maar is in 1904 door Japan veroverd en sedert bezet gehouden. Het Noordelijk deel behoort tot de Chineesche provincie Sjeun-King, terwijl tusschen beide deelen een breede strook neutraal gebied ligt. In het Japansche gedeelte ligt de hoofdstad Dairen (het oude Dalny) (41.000 inw.) en de haven Port-Arthur. De spoorweg Charbin-Port-Arthur gaat in de lengte, de zijlijn Liao-jang-Ngan-toeng in de breedte door het schiereil.