Lemberg - (Slavisch Luov.), vroeger hoofdstad van het Oostenrijksche koninkrijk Galicië (1914), 220.000 inw.; thans een strijdpunt tusschen Polen, Oekraine en Rusland, gelegen op het waterscheidend plateau tusschen Dnjestr en Weichsel (San en Boeg). Belangrijk knooppunt van verkeerswegen. De stad, vooral wat de groote voorsteden aangaat, is ruim gebouwd en heeft druk verkeer. Er zijn talrijke kerken van verschillende gezindheden, b.v. de Roomsch-Katholieke en Grieksch-Katholieke Kathedralen, de laatste in Byzantijnschen stijl gebouwd op een hoogte, die de stad beheerscht.
Er is een universiteit met (in 1914) 186 professoren en 5871 studenten, een technische hoogeschool met 98 professoren en 1791 studenten. Een derde der bevolking bestaat uit Joden, de meerderheid uit Roethenen, verder Polen en Duitschers. Naast handel, eenige industrie (machines en chemicaliën).