Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lemaire

betekenis & definitie

Lemaire - of le Maire (Jacob), Nederlandsch ontdekkingsreiziger, geb. te Amsterdam 1585, overl. op zee 1616, een der 20 kinderen van een rijk koopman, uit Antwerpen naar Amsterdam geweken, die grooten ondernemingsgeest voor den handel met Indië bezat, kreeg als kapitein van de Hoornsche overheid twee schepen te zijner beschikking, om het ontwerp van zijn vader, een nieuwen doortocht in de Zuidzee te zoeken, uit te voeren. Met schipper Willem Cornelisz. Schouten voer hij in 1615 van Texel uit; ze vonden op 53 Z.B. in ’t begin van 1616 een straat en een kaap, die ze Straat le Maire en Kaap Hoorn doopten, en kwamen eind October vóór Jacatra aan, waar hun schip — één was vóór Kaap Hoorn door brand vernield — en goederen door den gouverneur-generaal L. Reael gerequesteerd werden ten behoeve der O.-I.

Compagnie, „vermits zij niet in haren dienst waren uitgevaren”. Lemaire, die zich onder protest onderwierp, werd met de zijnen op twee schepen van de vloot van Joris Spilbergen huiswaarts gevaren, maar overleed onderweg. Van zijn reis verscheen het verhaal: Spieghel der Australie Navigatie (1622).