Laurus, - plantengeslacht der Lauraceeën met 2 soorten: L. canariensis en L. nobilis (zie plaat Polycarpen 2). Deze laatste, voorkomend in Klein-Azië en Z.-Europa, eertijds toegewijd aan Apollo en symbool van den roem, is een dichtbebladerde wintergroene boom of heester met glanzige, lederachtige, lancetvormige, gegolfde bladeren en geelachtige, okselstandige bloempjes. Reeds sedert bijna 3000 jaar dienen de bladeren of de bebladerde twijgen voor het maken van lauwerkransen. Door hun gehalte aan aetherische olie hebben blad en vrucht ook waarde als artsenij en specerij.
Hoewel bestand tegen geringe vorst, wordt L. n. hier als pot- of kuipplant overwinterd in vorstvrije ruimten. Men kweekt L. n. veelal in pyramiden- of kroonboom-vorm, vooral in Brugge en Gent. In tegenstelling met de andere Lauraceeën zijn de bloemen van Laurus tweetallig en eenslachtig.
