Labarum - (Latijn: vaan), het veldteeken, door Constantijn den Groote aangenomen, na zijn visioen (312). Het oorspronkelijk labarum, onder leiding van den keizer daags na de verschijning ontworpen, is door Eusebius beschreven. In zijn werk: Vita Constantini I, 26 wordt het aangegeven „als een lange lans, met goud bedekt”. Een dwarsbalk gaf het den vorm van een kruis.
Bovenop was een krans van goud en kostbare steenen aangebracht en hierin het Christus-monogram n.l. de twee Grieksche letters X en P. Hierdoor werd het Christus-monogram algemeen verbreid. Aan den dwarsbalk was gehecht een purperen banier met het Grieksche opschrift TOYTΩ NIKA, letterlijk: Overwin hierdoor; in het Latijn gewoonlijk weergegeven door: In hoc Signo vinces, d.i. In dit teeken zult gij overwinnen. Men leidt den naam af van den Kelt. stam „lab”, verheffen.