Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kwarts

betekenis & definitie

Kwarts, - quartz, een der meest verbreide mineralen, Si02,hexagonaal, rhomboëdrisch tetartoëdrisch; gewoonlijk in zuilvormige kristallen, waarvan de kop, door gelijktijdige aanwezigheid van den positieven en negatieven rhomboëder met even groote vlakken, schijnbaar pyramidaal is; ook kristallen met een kort of nagenoeg ontbrekend prisma zijn niet zeldzaam, deze hebben bipyramidalen habitus. Als de vlakken van + en — rhomboëder ongelijk ontwikkeld zijn, plegen die van den + rhomboëder (1011) de grootste te zijn; deze verschillen ook door hoogeren glans en door den vorm der etsfiguren van die van den negatieven rhomboëder. Trapezoëders en trigonale deutero bipyramiden,eenheidsvormen, welke kenmerkend zijn voor de bovengenoemde symmetrieklasse, ontbreken gewoonlijk. Als zij aanwezig zijn komen de vlakken van een zelfden eenheidsvorm voor aan het boven- en benedenuiteinde van dezelfde prismaribbe.

Zij zijn steeds slechts ondergeschikt; de vlakken van den meest voorkomenden trapezoëder en deut. bipyramide, gezamenlijk optredende, hebben den vorm resp. van een trapezium en van een ruit. Naar het voorkomen van rechter of van linker trapezoëder in het naar voren gekeerde sextant onderscheidt men rechter en linker kwartsen; zij komen aan enkelvoudige kristallen niet samen voor; wel kunnen met + rechter — linker trapezoëders gecombineerd zijn en komen samen met + linker trapezoëders — rechter voor. In den regel zijn de prismavlakken horizontaal gestreept door het af wisselen van het prismavlak met een rhomboëdervlak. De kristallen zijn dikwijls misvormd; opmerkelijk is, dat sommige misvormingen regelmatig terugkeeren en soms zonder uitzondering aan alle kristallen van een bepaalde vindplaats worden waargenomen. Tweelingen zijn zeer algemeen; gewoonlijk zijn daarbij twee rechter of twee linker kristallen met het prismavlak als tweelingvlak dooreengegroeid.

De brekingsindex (natriumlicht) is 544 voor den gewonen, 1.653 voor den buitengewonen straal, de dubbelbreking derhalve zwak = 0.009. K. is circulair polariseerend, de rechter kristallen draaien het polarisatievlak rechts om, de linker kristallen links om; k. levert zoo een mooi voorbeeld ter demonstratie van den samenhang tusschen uitwendige en inwendige eigenschappen. De draaiing bedraagt bij een plaatje ter dikte van 1 m.M. 21,7°, 71 voor natriumlicht. Ook de electrische eigenschappen zijn vermeldenswaard; k. is pyro- en piezoëlectrisch, de drie horizontale symmetrieassen blijken daarbij polair te zijn, weder geheel in overeenstemming met den uitwendigen kristalvorm.— Men onderscheidt tal van variëteiten: 1e doorzichtige: bergkristal kleurloos, amethyst paars, citrien geel, rookkwarts bruingrijs, rookkleurig tot zwart;

2e ondoorzichtige: melkkwarts wit, rooskwarts rosé, prasem groen;
3e zulke met insluitsels: saffierkwarts, venushaarkwarts (ingesloten fijne naalden van goudgelen rutiel), aventurien (met ingesloten schubjes van glimmer of haematiet), katoog (met ingesloten evenwijdige vezels van asbest en dientengevolge na polijsting een lichtschijn vertoonend) tijgeroog (met ingesloten evenwijdige vezels van blauw krokidoliet of de geelbruine verweeringsresten daarvan), ijzerkiezel troebelrood door ingesloten fijnverdeeld ijzeroxyde); tal van andere mineralen komen ingesloten in kw. voor, zooals: zwarte toermalijn, aktinoliet, hoornblende, sillimaniet, epidoot, goethiet, antimoniet, pyriet, goud;
4e zulke met verschillende eigenaardigheden: kapkwarts (opeenstapeling van losse kappen), scepterkwarts (klein maar dik kristal als knop op een dunnere zuil), kw.-kristallen in skeletvorm, dikwijls met groote vloeistofinsluitsels.

De bovengenoemde doorzichtige, maar gekleurde kw.-variëteiten danken haar kleur aan zóó geringe bijmengingen, dat de aard daarvan nog niet vastgesteld is. De goed gekristalliseerde variëteiten zijn gegroeid in gangen en holten; echter bestaan vele kwartsgangen, gewoonlijk riffen genoemd, wanneer zij, na verweering van het nevengesteente, als een plaat van grooter of kleiner dikte boven de omgeving uitsteken, uit een wit compact, korrelig aggregaat. — Kwarts is verder bestanddeel van vele stollingsgesteenten, zooals graniet en dioriet en de uitvloeiïngsgesteenten, die daarmee in chemische samenstelling overeenstemmen. Bij de verweering van de gesteenten wordt het kwarts zoowel uit gangen als uit gesteenten weinig aangetast; het wordt alleen vergruisd en bij het later transport door de rivieren afgerond. Daarbij wordt het wel steeds verder vergruisd en ook gedeeltelijk opgelost, maar toch wegens de chemische onaantastbaarheid en wegens het gebrek aan splijting in mindere mate dan de overige mineralen, die het gesteente samenstellen. Zoo gaat in het zand het kwarts meer en meer overheerschen, zoodat tenslotte zelden meer dan 1 % andere mineralen daarin voorkomen, dikwijls nog veel minder.

Het allerfijnste stof komt eerst tot bezinking samen met de waterhoudende aluminiumsilikaten, welke bij de chemische verweering der gesteenten ontstaan zijn en vormt daarmee de klei- en zavelgronden. De algemeene verbreiding van het kwarts als bestanddeel der gesteenten blijkt uit het bovenstaande; het is nagenoeg eenig bestanddeel van alle zandlagen en van zandsteenen; hoofdbestanddeel van klei, leem, zavelgronden en van alle schalies, leien en schisten uit vroegere geologische tijdvakken. Voor den mensch is het als zoodanig van overwegend belang als cultuurgrond en bouwsteen, als vulmateriaal van mortels en beton, voor ophooging van terrein, enz. Enkele minder algemeene toepassingen zijn die als grondstof voor vuurvaste Dinassteenen, molensteenen, goedkoop schuurpapier, lenzen en platen voor ultraviolet licht (Finsen toestellen), grondstof voor gesmolten en als glas gestolde kiezel, zoogenaamd kiezelglas, waaruit laboratorium-benoodigdheden vervaardigd worden, die plotselinge temperatuurswisselingen verdragen zonder te barsten.