Kolossenzen. - De bewoners, hier worden bepaald de Christelijke bewoners bedoeld, van de stad Kolossae in Phrygië. Naar hen wordt een brief genoemd, door Paulus aan hen gescnreven. Deze brief werd tegelijk geschreven met dien aan de Efézen en dien aan Philémon uit de gevangenis, waarin Paulus toefde. Er is een treffende overeenkomst met dien aan de Efézen.
Dikwijls dient ons een parallel uit den eenen tot verduidelijking van den anderen. In dezen wil Paulus met weinig woorden veel zeggen. Hij bindt den strijd aan tegen zekere dwaalleeraars te Kolossae, wier leeren hij voor ons wel wat kort behandelt. Hij keert zich na een verdediging van zijn evangelie aangaande den geheel eenigen Christus tegen de afgedwaalden. In Christus woont de gansene volheid (pléroma) der Godheid.
Daarom leiden geboden over spijzen en tijden maar af. Vervolgens worden aan de geloovigen hun plichten in huis en in allerlei betrekkingen voorgehouden. Vgl. A. v. Veldhuizen, K., Theol. Studiën 36 (1917).