Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Ketting

betekenis & definitie

Ketting - middel om trekkrachten op te nemen en over te brengen, heeft tengevolge van de onderlinge beweeglijkheid der deelen een zekere buigzaamheid. K. worden gebruikt voor opheffen van lasten, voor vastleggen van schepen aan ankers en voor transporten. Men onderscheidt : schalmk., damk., Gallschek., geknoopte of gehaakte k. (fig. 4 en 5) en transportkettingen. Gewone schalmkettingen zijn in fig. 1 en 2 voorgesteld.

Fig. 1 stelt den zgn. Engelschen ketting voor, fig. 2 den Duitschen ketting. De schalmen worden uit taai rond ijzer vervaardigd, dat gebogen wordt en na het inhangen van den tweeden schalm gelascht. Gekalibreerde k. worden in een matrijs zuiver op maat gemaakt, zoodat alle schalmen even lang zijn. Dit is noodig als de k. over kettingschijven moeten loopen. Gewalste k. worden uit een staaf van kruisvormig profiel zoodanig gewalst, dat binnen elken schalm nog een dunne plaatvormige materiaalschijf overblijft, zoodat de schalmen nog aan elkaar verbonden zijn (zie fig. 6). Door uitponsen wordt het overtollige materiaal verwijderd, daarna door persen en stuiken aan de schalmen de normale vorm gegeven. Deze k. zijn sterker dan gelaschte. — Damkettingen (fig. 3) zijn sterker dan gewone, omdat de lange stukken der schalmen niet kunnen doorbuigen.

De toelaatbare belasting van een niet versleten gewonen k. wordt bepaald naar de ijzerdikte der schalmen. Een ketting met schalmen van ⅛ eng. duim wordt ⅛ ketting genoemd en kan 100 K.G. dragen. Een ¼ k., waarvan de materiaaldoorsnede 4 x zoo groot is, derhalve 400 K.G., een 3/ k. 9 x 100 = 900 K.G., enz. Damkettingen zijn ongeveer 40% sterker. — Gallsche k. (fig. 7 en 9) bestaan uit plaatjes, door stalen pennen verbonden. De steek, d. i. de afstand van de pennen, is overal gelijk.

Deze worden gebruikt o. a. bij kranen en voor overbrenging van beweging bij rijwielen. Fig. 7 geeft een rijwielketting aan. Daarbij is om de verbindingsboutjes een busje aangebracht en daaromheen een tweede busje, dat om het eerste kan draaien, hetgeen bij een goed gesmeerden ketting geschiedt. — K. volgens fig. 8 bestaan uit gebogen plaatjes, die in elkaar kunnen worden gehaakt. — Transportkettingen zijn òf zoodanig ingericht, dat aan de schalmen bakjes zijn bevestigd, die de te vervoeren stoffen opnemen (fig. 10 en 11) (zij worden dan over kettingwielen langs bepaalde banen bewogen) òf elke schalm dient tevens als transportbakje. In dit geval wordt de k. door goten getrokken, die den bodem van de schalmruimte vormt.