Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Jeanne d’arc

betekenis & definitie

Jeanne d’arc - geb. tusschen 1410 en 1412 te Domremy de Greux, was de dochter van Jacques d’Arc, een der aanzienlijkste pachters van den heer van Isle de Domremy. ’t Dorp Domremy werd door de beek Trois Fontaines in twee deelen gesplitst, waarvan ’t eene deel Domremy de Greux behoorde aan den hertog van Bar, die een aanhanger was van de partij der Armagnacs, terwijl het andere deel behoorde aan den hertog van Bourgondië. ’t Landschap leed onder de veeten der verschillende edelen, waarvan de een aanhanger was van de Armagnacs en de andere van de Bourguignons. Zoo zag Jeanne, die zeer devoot was van natuur, de ellende van den burgeroorlog van nabij. Wanneer zij de kapel van O. L. V. te Domremy bezoekt, meent zij de stem van Maria te hooren, die haar aanspoort naar den heer de Baudricourt te Vancouleurs te gaan, ten einde dezen haar diensten ten behoeve van Frankrijk aan te bieden. Nadat haar ouders getracht hebben haar van haar voornemen te doen afzien, gaat zij naar dien edelman toe, die haar echter afwijst, waarop twee ridders uit diens omgeving haar aanbieden haar naar den koning te vergezellen, hetgeen zij aanneemt (1429).

Den 13en Febr. 1429 vertrekt zij met een klein escorte naar Bourges, waar koning Karel VII resideerde. De toestand van Frankrijk was toen uitermate slecht. Noord- en West-Frankrijk was bezet door de Bourg. en Eng., die ’t beleg hadden geslagen voor Orleans, ten einde ook den weg naar Zuid-Frankrijk in handen te krijgen. Wanneer J. bij den koning komt, wordt zij scherp ondervraagd en krijgt zij ten slotte toestemming aan ’t hoofd van een troepenmacht op te rukken ten einde Orleans te ontzetten. Vol geestdrift strijden de Franschen en slagen zij er in Orleans te ontzetten. Hierop voert zij den koning naar Reims,een gevaarlijke onderneming, daar deze plaats midden in ’t bezette gebied lag. Ook hier weet zij de troepen in geestdrift te brengen, Troyes wordt veroverd en Reims bezet, waar dan de kroning van den koning plaats vindt. Hiermede is de taak van J. afgeloopen.

Karel verheft de familie d’Arc in den adelstand. Hoewel de bevolking haar aanbidt, begint de geestdrift langzamerhand te verdwijnen, de Engelschen herstellen zich van hun schrik, zoodat de ondernemingen na 1429 ondernomen geen succes hebben. De aanval op Parijs mislukt. Bij een uitval uit Compiègne wordt zij gevangen genomen door de Bourgondiërs, die haar uitleveren aan de Engelschen (1430). Deze brengen haar naar Rouaan, waar zij voor een kerk. rechtbank wordt gevoerd.

Zij wordt als ketter veroordeeld en 30 Mei 1431 te Rouaan verbrand. Het vonnis wordt vernietigd door paus Calixtus III, nadat Karel VII aangedrongen heeft op herziening van ’t proces. Haar heiligverklaring vond plaats in 1920. — Litt. : Lanéry d’Arc, Bibl. des ouvrages relatifs à Jeanne d’Arc (Paris 1888) geeft een overzicht van de werken, welke vóór 1888 over haar verschenen zijn. Van deze en latere werken moeten genoemd worden: Lowell, Joan of Are (1896); Dunant, Hist. de J. d’Arc (1840); Dunant, Hist. complète de J. d’Arc etc., 3 dln. (1899) ; S. Luce, Jeanne d’Arc à Domremy (1886); Walton, Jeanne d’Arc (1875).

< >