Java-zending - De Oost-Indische Compagnie had wel predikanten op dit eiland, maar was even lauw inzake de zending als in het letten op de Javaansche taal. Bij Batavia was er vroeger door particulieren wat gedaan onder de Soendaneezen te Depok door C. Chastelein en te Toegoe, doch dat waren uitzonderingen. Onder de Javanen van Oost-Java begon het met den arbeid van den halfbloed C. Coolen en den Duitschen horlogemaker Emde te Soerabaja. Inlanders bewerkten vooral hun eigen landgenooten, toen het Ned.
Zendelinggenootschap kwam. De inspectiereis van Ds. L. J. van Rhijn (1848) in gezelschap van J. E. Jellesma leidde er toe, dat laatstgenoemde zendeling te Soerabaja werd, van waar hij in aanraking kwam met den inlandschen arbeid op Modjowarno, waar hij later door J. Kruyt, A. Kruyt e. a. werd opgevolgd. Modjowarno is de parel van de Javazending, die zich vandaar over de omliggende residenties verbreidde. Later volgde de Doopsgezinde zending in Djepara. De Ned. Zendingsvereeniging onder de Soendaneezen, de Salatiga-zending, de Geref. Zendingsvereeniging gevolgd door de zending der Geref. kerken vooral in de vorstenlanden, het Java-comité in het uiterste Oosten, terwijl ook nog minder in samenhang met de andere corporaties dan de bovenstaande gewerkt wordt door het Leger des Heils en de Methodisten.