Jaspis - geheel ondoorzichtig mikrokristallijn kiezelaggregaat. De ondoorzichtigheid wordt veroorzaakt door verontreinigingen, vooral ijzeroxyde en aluminiumoxyde. Met toenemende zuiverheid wordt j. minder ondoorzichtig en (gaat over in hoornsteen en echten kwarts ijzerkiezel); dan verandert ook de breuk, die bij j. vlakschelpvormig en glad is, in een splinterige en wordt de glans, die bij j. mat is, levendiger. Een scherpe grens bestaat tusschen deze stoffen onderling en tegenover vuursteen niet.
De kleur is meestal rood, bruin, geel of groen en een enkele maal wit of grijsblauw; de kleur is dikwijls niet egaal, maar gevlekt of in banden zooals bij agaat. Dichte kiezelaggregaten zooals j. worden in de natuur langs zeer verschillende wegen gevormd. Zij scheiden zich af uit waterige oplossingen in gangen, vooral ijzergangen, ontstaan als concreties in mergelige gesteenten, die aanvankelijk het kiezelzuur gelijkmatig verdeeld bet vatten, zijn contactproducten, bijv. van diabaasgangen, en kunnen doorloopende lagen van bezinkingsgesteenten vormen, zoowel rechtstreeks als zoodanig ontstaan, als door verkiezeling van kalksteen. Fraai gekleurde j. wordt gebruikt in mozaïekwerken en voor de vervaardiging van kleine voorwerpen ; het was vooral in de Oudheid zeer gezien. In Amerika wordt een bruine j. als decoratiesteen in de bouwkunde gebruikt; de steen wordt gewonnen bij de Sioux falls in S. Dakota. Er komen in de natuur nog andere stoffen voor, welke uiterlijk met j. overeenkomen, maar een andere samenstelling hebben, bijv. de dichte grondmassa van kwartsporfyr en de zoog. porselein-jaspis, een door contact met uitvloeiïngsgesteenten of door brandende bruinkool- en steenkoollagen gebrande kleischalie.