Glans - Een voorwerp dankt zijn glans aan de samenwerking van het licht, dat teruggekaatst wordt tegen de oppervlakte, met dat, hetwelk tot op zekere diepte in het voorwerp doordringt. De g. wordt beïnvloed door den brekingsindex van de stof, door den aard van oppervlakte, door de structuur en door de mate van doorschijnendheid. Onder overigens gelijke omstandigheden wordt de g. met stijgenden brekingsindex hooger (loodglas, kristallen van loodzouten); ruwe oppervlakten hebben weinig g.; polijsten, d. w. z. glad maken, verhoogt den g. Van mineralen is de g. een kenmerkende eigenschap; men onderscheidt metaalg., eigen, behalve aan metalen, aan veel ondoorschijnende mineralen, meestal beter op versche breukvlakken, omdat hij door een dun oxydhuidje sterk verminderd wordt; diamantg. en glasg., eigen aan veel doorschijnende min., de eerste aan zulke met hoogeren, de laatste aan zulke met lageren brekingsindex; zijg., eigen aan mineralen met fijnvezeligen bouw; parelmoerg., eigen aan splijtvakken; vetg. komt overeen met den g. van een vet oppervlak. Doorschijnende mineralen met zeer lagen brekingsindex, zooals kryoliet, zijn dof.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk