Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Insectenetende zangvogels

betekenis & definitie

Insectenetende zangvogels - een onderorde der Zangvogels, waartoe de beste zangers van de wereld behooren. Nuttig door het verdelgen van allerlei insecten en hun eieren, hoewel zij zich eveneens met vruchten en zaden voeden. De meeste inlandsche soorten zijn trekvogels.

Onderscheiden zich van de zaadetende zangvogels door het bezit van een dunnen, priemvormigen snavel en het ontbreken van een krop. Hiertoe behooren de grondzangers, de grasmusschen, de loofzangers, de goudhaantjes, de winterkoningen, de rietzangers, de bastaardnachtegalen, de grastapuiten, de tapuiten, de lijsterachtigen, de meezen, de boomklevers, de boomkruipers, de vliegenvangers, de zwaluwen, de grootvleugeligen, de nachtzwaluwen, de wurgers, de pestvogels, de wielewalen, de spreeuwen, de piepers en de leeuweriken.