Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hemel en hel

betekenis & definitie

Hemel en hel - De tegenstelling van Hemel en Hel als van twee scherp onderscheiden verblijfplaatsen van de gestorvenen, komt niet in alle religies voor. Vele volken spreken enkel van een doodenrijk als de gemeenschappelijke verblijfplaats van alle dooden. Zoo b.v. Israël en Babel. De onderscheiding tusschen Hemel en Hel, de le als verblijfplaats der gezaligden, de 2e als woonplaats der verdoemden, gaat altijd gepaard met de voorstelling van een eindgericht of laatste oordeel, waarin wordt beslist, wie naar den Hemel en wie naar de Hel gaat.

Die beslissing wordt verschillend voorgesteld: soms is het een waag, waarop de dooden worden gewogen, soms een brug, waarover de dooden gaan; voor de goeden is die brug zoo breed als een heirbaan, voor de boozen zoo smal als een scheermes, ze vallen eraf in de Hel; soms is het een boek, waarin de levensdaden zijn opgeteekend, soms de voorstelling van een rechtzaal, waarin vonnis wordt geveld (vgl. het beroemde Egyptische doodengericht). Aan welke voorwaarden iemand moet voldoen om naar den Hemel te gaan is natuurlijk verschillend. Bij natuurvolken en oude kultuurvolken zijn het meestal geen zedelijke overwegingen, maar kultische, magische of ritueele: het al of niet kennen van bepaalde formules, het hebben van bepaalde kenmerken (b.v. tatoeëering of besnijdenis), het hebben ondergaan van bepaalde wijdingen, enz.— Evenzoo verschillend zijn de voorstellingen, die men zich van den Hemel en de Hel zelf maakt. Maar overal: de Hemel een ideaal land, de Hel een oord der verschrikking. Een jagend en visschend volk denkt zich den Hemel als een prachtig jachtterrein, een landbouwvolk als een weelderige landouw, waar het koren 7 el lang wordt. In heete landen denkt men zich den Hemel koel en schaduwrijk, in koude landen als een warm en zonnig land.

De krijgszuchtige oude Germanen dachten zich den Hemel als een ridderpaleis vol krijgshelden. De Hel is het oord der verschrikking, meestal van lichamelijke martelingen: duisternis, dorst, stroomen van bloed ; de ongelukkigen worden in ketels gekookt, in stukken gehakt, aan een spies gebraden, met messen gesneden, ingevroren in ijs, moeten urine drinken, enz. Vooral de Mohammedaansche en de Boeddhistische Hellevoorstellingen munten uit door geraffineerde martelingen. Het verblijf in de Hel wordt lang niet altijd eeuwig gedacht: meestal is het zoo, dat de belijders der ware religie per sé in den Hemel komen, maar, daar ze bij hun dood nog zonde hebben, moet die eerst door een tijdelijk helleverblijf worden uitgebrand. Zoo wordt de Hel tot een vagevuur, waarnaast de eigenlijke Hel als strafoord voor de volstrekte boozen blijft gereserveerd, of, zooals in het Christendom: voor den duivel en zijn engelen.

< >