Heldring - (Otto Gerhard), 1804—1876, Herv.Pred. te Hemmen (1824—67), behoorde tot den Réveil, waarvan hij de toepassing maakte op het terrein der Christ. philanthropie. Hij is de pionier daarvan ten onzent in de 19e eeuw. Hij bevorderde de zending, vooral de z.g. inwendige, bestreed de prostitutie, bevorderde het Chr. onderwijs, de opvoeding, de landontginning. Hij is de vader der z.g. Heldringgestichten in Zetten.
Ook behartigde hij de belangen van gevangenen en ijverde tegen de reglementeering der ontucht (bordeelen). In 1870 ontstond de Vluchtheuvelkerk als zelfstandige Ned. Herv. Gemeente. Hij wilde de kerk hervormen volgens de beginselen van hare belijdenis en nam het initiatief tot samenkomsten van „Chr.
Vrienden” en tot de „Evangelisch-Confessioneele predikanten vergadering” in dien geest. De uitwendige zending werd door H. behartigd volgens eigenaardige methode: uitzending van zendeling-werklieden; z.g. Gosznersche mannen. De landbouw-kolonie Hoenderloo werd door H. gesticht. Zijn werk te Zetten werd door H. Pierson voortgezet en uitgebreid.