Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hauw

betekenis & definitie

Hauw - naam voor een langgerekte droge, meestal meerzadige doosvrucht, die met 2 kleppen openspringt en waarin het tusschenschot, waaraan de zaden vastzitten, blijft staan. De vrucht is dus tweehokkig en heeft wandstandige zaadlijsten. Meestal springen de kleppen van onderen naar boven open, en blijven ze aan de bovenzijde aan elkaar en aan het tusschenschot bevestigd. De h. is een typische vrucht voor de meeste Cruciferen.

Voorbeelden : Koolzaad. Als de hauw even lang als breed is, dan noemt men ze hauwtje. Ook deze vrucht komt bij de Cruciferen voor, b.v. bij Lepelblad (Cochlearia), Herderstaschje (Capsella), Judaspenning (Lunaria).

< >