Cochlearia - plantengeslacht der Cruciferen met 15 soorten op het N.-lijk halfrond. In Nederland komen 4 soorten in het wild voor, n.l. het gewone Lepelblad, C. officinalis, een plant met ronde bladeren en witte bloemen; het versche kruid riekt, fijn gewreven, scherp naar mosterd en smaakt bitter. Men gebruikt het in den vorm van Lepelbladspiritus als mondwater bij ontstekingen in den mond en bij scheurbuik. Een andere soort C. Armoracia (Armoracia rusticana), de Peperwortel of Mierikwortel, in het wild, doch vaker gekweekt, heeft groote bladeren en een dikken penwortel.
Deze laatste riekt gekneusd naar mosterd en smaakt evenzoo. Hij bevat Sinigrine, dat door inwerking van het enzym myrosine de vluchtige mosterdolie levert. De wortel wordt bij den inmaak gebruikt en ook in de apotheek. (Zie de plaat Vruchtvormen fig. 17). Een vorm van C. Armoracia met gevlekte bladeren wordt als sierbladplant gekweekt.
