Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hamaker

betekenis & definitie

Hamaker - 1) Hendrik Arent, Nederl., oriëntalist, geb. te Amsterdam 1789, werd onmiddellijk na de voltooiIng zijner studiën hoogleeraar in de Oostersche talen aan het Athenaeum te Franeker, werd in 1817 buitengewoon en 1822 gewoon hoogleeraar te Leiden en tevens interpres legati Warneriani. Hij schreef o.a.: Spec. Catalogi Codicum mss. Orientalium Bibliothecae Acad.

Lugd. Bat. (1820); Diatr. philol. crit. Monumentorum aliquot Punicorum, nuper in Africa repertorum etc. (Leiden 1822) en Miscellanea Phoenicia (1828). Hij overleed 1835 te Leiden.

2) Hendrik Jakob, Nederl. rechtsgeleerde, geb. 1844 te Hilversum, overleed 1911 te Utrecht. In 1876 op een proefschrift: Over de historische school in de staathuishoudkunde te Leiden gepromoveerd, was hij aldaar eenigen tijd als advocaat en repetitor werkzaam. In 1877 werd hij benoemd tot hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht in het handelsrecht, de encyclopaedie van het recht en het internationaal privaatrecht; hij aanvaardde zijn ambt met het uitspreken van een rede over: Aard en doel van het internationaal privaatrecht; in 1878 kwam de burgerlijke rechtsvordering voor het handelsrecht in de plaats, in 1885 verwisselde hij deze weder voor het burgerlijk recht; daarnaast heeft hij tijdelijk onderwijs gegeven in het Romeinsche recht; in 1905 droeg hij het onderwijs in de encyclopaedie van het recht aan een zijner collega’s over; het hoogleraarsambt heeft hij tot zijn dood bekleed. Hij maakte deel uit van de in 1887 ingestelde Staatscommissie tot voortzetting van de herziening van het Burgerlijk Wetboek. Van zijn hand verschenen talrijke geschriften, zoowel over burgerlijk recht en internationaal privaatrecht als van rechtsphilosophischen aard; over onderwerpen van burgerlijk recht schreef hij meestal in het „Weekblad voor Privaatrecht, Notarisambt en Registratie”, van welks redactie hij van 1896-1904 deel uitmaakte, terwijl ook in het „Rechtsgeleerd Magazijn” opstellen van zijn hand verschenen.

Van zijn geschriften over internationaal privaatrecht werden enkele in het Duitsch vertaald, n.l. de rede, waarmede hij het hoogleraarsambt aanvaardde en zijn in 1885 voor de Nederlandsche Juristen-Vereeniging uitgebracht prae-advies: Behoort uitlevering van eigen onderdanen verboden te zijn?, waarvan een vertaling in het „Archiv für öffentliches Recht” verscheen. Van zijn wijsgeerige geschriften noemen wij hier slechts: Het recht en de maatschappij (1888), Een verzameling van zijn geschriften is uitgegeven door Mr. W. L. P. A. Molengraaff en Mr. C. W. Star Busmann onder den titel: Verspreide Geschriften (6 dln. Haarlem 1911-1913).

< >