Gryphius - (Andreas), bekend Duitsch dichter, 1616—64, en de eenige Duitsche tooneelschrijver van beteekenis uit de 17de eeuw. Zijn zwaarmoedige levensopvatting weerspiegelt zich zoowel in zijn gedichten: Sonnund FeiertagsSonnele (1639), Kirchhojsgedanken (1656), Begrabniszgedichte, Kirchenund geistliche Lieder (1660), enz., waarvan vele waar en warm gevoeld en goed gebouwd zijn, als in zijn dramat. werken, die „de ijdelheid en vergankelijkheid van menschelijk geluk moesten aantoonen”. Beslissend voor zijn letterk. richting was zijn zesjarig verblijf te Leiden (1638—44) als student en docent en zijn langdurig reizen door Frankrijk en Italië; zijn treurspelen staan duidelijk onder den invloed van Vondel en Seneca; aan de Franschen ontleende hij de gerijmde alexandrijnen, aan de Grieken het gebruik van koren; de eenheid van tijd is streng volgehouden, de plaats der handeling blijft binnen zeer beperkte grenzen; de helden munten meer uit door mannelijke volharding in onderdrukking en rampspoed dan door energiek handelen; te betreuren is slechts het veelvuldig voorkomen van gruwelen en de te hoog opgeschroefde taal. Er zijn 5 treurspelen van G. bekend: Leo Armenius (1646), Kath.
von Georgien (1647), Cardenio und Celinde (1654), Carolus Sluardus (1649 en ’57, de terechtstelling van Karei I van Engeland behandelend) en Papinianus (1659). G.’s blijspelen zijn levendig, geestig en goed geschreven, hoewel wat ruw voor den modernen smaak; Peter Squentz en Ilorribilicribrifax (beide omstr. 1650 geschreven) zijn nog wrat langdradig; veel hooger staat Die geliebte Dornrose, een bewerking van Vondel’s „Leeuwendalers” in Silezisch dialect. G.’s Lat. gedichten en vele wetenschappelijke geschriften (hij was een zeer geleerd man) hebben geen waarde meer. — Herrmann, Ueber Gryphius (1861); Klopp, A. Gryphius als Dramatiker (1862).