Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Grünewald (matthias)

betekenis & definitie

Grünewald (Matthias), geb. omstreeks 1470-80 waarschijnlijk te Aschaffenburg en aldaar 1530 gestorven. Zuidduitsch schilder, van wiens leven zeer weinig bekend is. 1610 is hij werkzaam te Isenheim bij Colmar, 1514 in Seligenstadt bij Aschaffenburg. Omtrent zijn leerschool bij Hans Holbein d. O. te Frankfort (circa 1500) of zijn werkzaamheid in Dürers atelier is niets met zekerheid vast te stellen. Alle onderzoekingen hebben tot dusver deze hypothesen niet kunnen bevestigen.

G.’s stijl staat in zeer nauw verband tot Dürer, tot Holbein en niet het minst tot den middelrijnschen „Meister des Hausbuchs”. G.’s groote en sterke persoonlijkheid ligt in zijn hartstochtelijke opvatting en zienswijze en in een schilderstrant, waarin hij alles baseert op licht- en kleureffecten. In het uiterlijke schiet hij technisch meermalen te kort en is ook in ornament, architectuur en detailuitbeelding veelal ouderwetsch, in elk geval nog Gotisch. Daar staat dan tegenover zijn alles domineerende scheppingskracht, die in het beroemde Isenheimer-altaar (1510) zijn hoogtepunt heeft bereikt. Het Antonius-visioen is wel een der sterkste uitingen van zijn overrijke en krasse phantasie, die in een. vergaande mystiek bevrediging zoekt.

G. staat hierin niet alleen; zoowel voor zijn lichtopvattingen als voor zijn mystiek, is Correggio van grooten invloed op hem geweest. Niet ten onrechte wordt hij reeds door Vaudrart „der deutsche Correggio” genoemd. Het gewichtigste in G.’s oeuvre is juist het mystieke, maar zijn uitbeelding is sterk Germaansch in tegenstelling met Correggio. Van G. kennen we als vroege werken een kruisiging in Bazel en een Bespotting van Christus (1503) te München; een Maria im Rosenhag te Stuppach en het tusschen 1520 en 1525 in opdracht van kardinaal Albrecht van Brandenburg, Bisschop van Mainz ontstane altaar met de H.H. Erasmus en Mauritius (München, Pinakothek); een zelfportret bestaat in de 1529 gedateerde teekening in Erlangen, den kop van een ouden man vertoonend met hartstochtelijke gelaatsuitdrukking en treurig-moede oogen.

Litt. H. A. Schmid, Matthias Grünewald, Basel 1894; F. Bock, Die Werke des M. G., Straszburg 1904; ld., Matthias Grünewald, München 1909; Dr. M. Friedlander, Der Isenheimer Altar, München 1908. (Farbige Reproduktionen).

< >