Grondschaaf - bestaat uit een gewoonlijk metalen juk met vlakke onderzijde en aan elk einde voorzien van een handvat of knop. Voor de beweging worden beide handen gebruikt. De bewegingsrichting is in tegenstelling van een gewone schaaf niet in de lengterichting van het draagvlak doch dwars daarop.
In het midden is een verstelbare beitel aangebracht, waarvan de snede uitsteekt onder het draagvlak, zij is naar voren omgebogen in bijna horizontale richting. De g. dient voor het maken van ondiepe gleuven of uithollingen met vlakken bodem in hout.
